Wat is een natuurlijke tuin?
Een tuin om in te leven
Een tuin waar je als mens de aanwezigheid en rijkdom van de natuur kan ervaren
Een tuin waar planten, dieren en mensen op hun plek zijn
Een tuin waar alle organismen, boven én ondergronds, met elkaar in balans zijn
Een tuin waar zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van natuurlijke en herbruikbare materialen
Een tuin die altijd in ontwikkeling en nooit ‘af’ is, die ieder seizoen en ieder jaar anders is
Waarom een natuurlijke tuin?
Allereerst omdat je een fijne tuin met een natuurlijke uitstraling wil natuurlijk.
Als tuineigenaar ben je in de unieke positie dat je een positieve bijdrage kan leveren aan je eigen directe omgeving. Je kan de wereld een stukje mooier maken, niet alleen voor jezelf maar ook voor insecten, vogels en kleine (en soms grotere) dieren. Met een natuurlijke tuin kan jij je steentje bijdragen aan het voortbestaan van de natuur én er ook nog zelf iedere dag van genieten.
Misschien plaats jij wel dé boom die over 50 jaar nog steeds insecten en vogels voedsel en een schuilplek biedt.
Misschien planten we bij jou de bollen die over 10 jaar het bloemenveld worden waar insecten in het vroege voorjaar hun nectar nog kunnen halen.
Misschien inspireer jij wel de generatie van de toekomst, door ze in aanraking te laten komen met de geur van vers gras, het verstoppen achter een struik, de verwondering bij het zien van een regenworm of het plezier van zelfgeplukte bloemen.
Ecologisch hovenier, wat houdt dat in?
Ecologie gaat om de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving. Als ecologisch hovenier streeft Gerben ernaar om de natuurlijke omgeving zo min mogelijk aan te tasten en deze indien mogelijk juist te versterken. Én de plek tegelijkertijd aantrekkelijk en uitnodigend te maken voor de mens.
Als ecologisch hovenier bekijkt Gerben Bruins een tuin als geheel, houdt rekening met het verleden en de toekomst van een tuin, terwijl hij naar de huidige situatie kijkt. Hij neemt het belang van de mensen mee, maar kijkt ook naar het belang van insecten, dieren, planten en zélfs de micro-organismen en schimmels in de bodem.
Hij kijkt naar de positie van de tuin ten opzichte van de zon, de wind en het leven; waar het licht valt, waar de schaduw, waar het lekker warm is, waar de wind het meest vandaan komt, waar het lekker zit en waar minder, waar je jezelf kan opladen of verstoppen, waar je kan spelen, kan moestuinieren, stiekem fruit snoepen, fikkie stoken, hutten bouwen, kikkertjes of kevertjes kijken.